Terug naar inhoudsopgave

De modem gebruiken: Gebruikershandleiding bij de Xircom® CardBus-modem

Het hulpprogramma CountrySelectInleidingModemsnelheidAT-opdrachten gebruikenVeelgebruikte AT-opdrachten

Het hulpprogramma CountrySelect

Als u de installatie van de Xircom-hulpprogramma's en de on line documentatie wilt voltooien, dient u SETUP.EXE uit te voeren vanaf de cd-rom van Xircom. Start het systeem vervolgens opnieuw op. Nadat de computer opnieuw is opgestart en Windows opnieuw is geladen, dient u Xircom CountrySelect™ uit te voeren om de modemparameters in te stellen voor het land waarin u zich bevindt. Als er geen landinstellingen zijn voor het land dat u nodig hebt, dient u "United States or Canada" te selecteren. Deze instellingen werken ook in een groot aantal andere landen.

Selecteer Start > Programma's > Xircom Utilities > CountrySelect als u de landinstelling voor de modem wilt wijzigen als u naar een ander land reist. Selecteer de COM -poort waaraan de Xircom-modem is toegewezen ("CardBus Modem 56 WinGlobal"). Gebruik vervolgens de vervolgkeuzelijst "Country" om het land te selecteren waarin u de modem wilt gebruiken. Klik op Save en vervolgens op Exit. Gebruik uw communicatiesoftware om de modemoproep tot stand te brengen.

Inleiding bij de modem

Zodra de Xircom CardBus Modem 56 WinGlobal aan de hand van de instructies onder Installeren en instellen is geïnstalleerd, zullen de meeste gebruikers een communicatieprogramma als Hyperterminal gebruiken om de modem te configureren en communicatie- en faxtaken uit te voeren. Interactie met de modem wordt meestal door de communicatiesoftware afgehandeld.

In een aantal communicatieprogramma's moet de gebruikers echter bepaalde soorten modemopdrachten invoeren. Daarnaast geven sommige gebruikers er de voorkeur aan hun modem handmatig te configureren, zonder hulp van de menu's en aanwijzingen van hun communicatiesoftware. U vindt in deze sectie voor allebei deze situaties ondersteunende technische informatie.

Zie Probleemoplossing voor hulp bij het oplossen van problemen die zich na installatie van de modem kunnen voordoen.

Modemsnelheden en -protocollen.

De Xircom CardBus Modem 56 WinGlobal ondersteunt zowel de V.90- als de K56flex-standaard voor gegevenstransmissie met 56K. Het downloaden van gegevens en e-mail van bedrijfsnetwerken of het Internet kan over een standaardtelefoonlijn met snelheden van maximaal 56Kbps. Gegevens die door de gebruiker naar het netwerk worden verzonden, gaan met de hoogst beschikbare V.34-snelheid (maximaal 33.6Kbps). Als u downloadsnelheden van 56Kbps wilt bereiken, dienen de modems aan beide uiteinden van de verbinding de V.90- of de K56flex-standaard te ondersteunen. Als dit niet het geval is, wordt een standaard-V.34-verbinding overeengekomen. Onder de huidige regels van de U.S. Federal Communications Commission (FCC) geldt een maximale downloadsnelheid van 53Kbps.

Xircom-modemfirmware is zo ontworpen dat eerst wordt geprobeerd een V.90-verbinding te maken. Als de gebelde computer geen V.90 ondersteunt, wordt teruggegrepen op K56flex. Er zijn echter andere factoren die van invloed kunnen zijn op uw vermogen om transmissies met 56Kbps te bereiken.

AT-opdrachten gebruiken

Bij sommige communicatieprogramma's is de rechtstreekse invoer van modemopdrachten vereist, en sommige gebruikers geven er de voorkeur aan hun modem handmatig te configureren, zonder hulp van de menu's en aanwijzingen van hun communicatiesoftware. Deze bewerkingen worden uitgevoerd door alfanumerieke opdrachten te typen terwijl de modem in de opdrachtmodus staat. Hiervoor worden AT-opdrachten en S-registers gebruikt.

Zie AT-modemopdrachten, S-registers en Resultaatcodes voor gedetailleerde overzichten over de AT-opdrachttaal en gerelateerde zaken.
 

Initialiatiereeksen

De modeminitialisatiereeks is een AT-opdrachtregel die modemparameterinstellingen bevat. De CardBus-modem is met een fabrieksinitialisatiereeks geconfigureerd die u op elk gewenst ogenblik kunt herstellen met de AT-opdracht AT&F. Deze instellingen kunnen bij sommige communicatiepakketten goed werken, terwijl voor andere pakketten aangepaste vereisten gelden.

Werkingsmodussen van de modem

De Xircom-modem heeft twee werkingsmodussen: de opdrachtmodus en de on line modus.

Opdrachtmodus

De modem wordt in de opdrachtmodus "wakker" wanneer deze wordt aangezet en de modemsoftware wordt geladen. De modem kan alleen in de opdrachtmodus getypte opdrachten accepteren en uitvoeren. De modem schakelt automatisch van de opdrachtmodus naar de on line modus over wanneer er een verbinding met een andere modem wordt gemaakt.

Beperkingen van de opdrachtmodus

Bij de meeste modems, inclusief de Xircom-modem, kan in de opdrachtmodus niet met het verzenden of ontvangen van bestanden of faxen worden gewerkt en kan er geen aanmelding bij een externe computer of een extern netwerk plaatsvinden. De opdrachtmodus kan alleen worden gebruikt om de modem te configureren en om een verbinding te maken of verbreken. U hebt voor alle taken op gebied van gegevenscommunicatie en faxen ook aan beide kanten van de verbinding de juiste apparatuur en toepassingssoftware nodig.

On line modus

De On line modus is de werkingstoestand waarop de modem automatisch overschakelt wanneer er een verbinding met een andere modem wordt gemaakt. Als er opdrachten worden ingetypt terwijl de modem zich in de on line modus bevindt en met een andere modem is verbonden, worden deze niet als opdrachten behandeld, maar worden ze als gegevens naar de andere kant van de verbinding gestuurd. De enige uitzondering hierop is de onderbrekingsopdracht (+++). Hiermee kunt u tijdens een sessie met een externe modem van de on line modus naar de opdrachtmodus overschakelen zonder de verbinding kwijt te raken.

De AT-opdrachtset

De Xircom-modem gebruikt voor bewerkingen in de opdrachtmodus een met Hayes en Microcom compatibele opdrachtset. Dit is een uitgebreide AT-opdrachtreeks, waarin de meeste opdrachten met de letters AT beginnen. Opdrachten worden uitgevoerd als u aan het eind van de opdrachtregel op Enter drukt. Gebruik de opdracht AT$ als u de volledige lijst met beschikbare modemopdrachten wilt zien.

S-registers

Naast de AT-opdrachtset maakt de modem ook gebruik van een reeks programmeerbare geheugenopslaglocaties, de zogenaamde S-registers. Deze S-registers bevatten waarden die de werking van de modem en de prestatie van een groot aantal AT-opdrachten bepalen. Zie S-registers voor meer informatie over inhoud, functie en gebruik van S-registers.

De onderbrekingsopdracht en de opdracht ARO

De onderbrekingsopdracht die bij de Xircom-modem wordt gebruikt, wordt uitgevoerd als u drie ASCII-tekens typt (de standaardwaarde hiervoor is "+++"). Deze opdracht wordt gebruikt om tijdelijk naar de opdrachtmodus terug te keren tijdens een verbinding met een externe modem.

Welk ASCII-teken wordt gebruikt, wordt ingesteld met S-register S2. De standaardwaarde is S2=43 (het "+"-teken). U kunt hiervoor de waarden 0-127 gebruiken. U kunt deze opdracht uitschakelen door een ASCII-waarde in te voeren die hoger is dan 127.

U kunt naar de on line modus terugkeren door de opdracht ATO te typen (waarbij O de letter O is), gevolgd door Enter.

Faxopdrachten

Voor alle faxbewerkingen is het gebruik van faxsoftware vereist voor het configureren en uitvoeren van de juiste fax- en modemopdrachten. Deze software zet de modem in de faxmodus, beheert het faxproces en zet de modem na voltooiing van de faxbewerking weer in de standaard gegevensmodus.

Zie de documentatie bij uw faxsoftware voor instructies over het instellen van de faxsoftware en het verzenden en ontvangen van faxen.

Opdrachten naar de modem verzenden.

AT-opdrachten kunnen alleen worden uitgevoerd wanneer de modem in de opdrachtmodus staat. De opdrachten worden geïnitieerd door een attentiecode naar de modem te sturen als waarschuwing dat er opdrachten op weg zijn. De AT-opdrachtcode wordt gevolgd door de juiste opdracht of opdrachten. Dit kan in hoofdletters, in kleine letters of een combinatie daarvan.

Op twee uitzonderingen na moeten alle opdrachten aan de modem met AT beginnen en met de toets Enter eindigen. De uitzonderingen zijn de herhalingsopdracht A/), die meteen na het typen van "/" wordt uitgevoerd, en de onderbrekingsopdracht +++, die wordt uitgevoerd zodra er drie plustekens zijn getypt.

Opdrachtparameters

Opdrachten aan de modem kunnen uit één enkele opdracht bestaan, zoals AT&V, of uit een reeks opdrachten, zoals AT &F S7=30 V1 X4 DT 1 213 555 2345. Deze tekenreeks wordt ook wel de opdrachtregel genoemd. De opdrachtregel moet door het indrukken van de toets Enter worden beëindigd.

Opdrachten kunnen maximaal 255 tekens lang zijn, waarbij het opdrachtvoorvoegsel AT, eventuele spaties binnen de opdrachtregel, regelinvoertekens of de beëindigende toets Enter niet worden meegeteld. Haakjes en koppeltekens tellen als opdrachttekens. Als u probeert een opdrachtregel van meer dan 255 tekens te maken, ontvangt u een ERROR-melding. In dit geval wordt de hele opdrachtregel door de modem genegeerd.

Gebruik de toets Backspace (of de reeks Ctrl-H) om fouten te corrigeren die bij het typen van de opdrachtreeks zijn gemaakt. U kunt de AT-code niet verwijderen. Druk op Ctrl-X om de modem de instructie te geven de hele opdrachtregel te negeren en terug te gaan naar de opdrachtmodus. De modem reageert door OK weer te geven en de opdracht niet uit te voeren.

Opdrachtverwerking

De modem geeft OK weer in reactie op antwoorden die worden begrepen en waarop kan worden gereageerd. Als een opdracht niet wordt begrepen of niet kan worden uitgevoerd, wordt ERROR weergegeven. Deze opdrachtbevestigingsmeldingen worden ook wel resultaatcodes genoemd. Naast OK en ERROR kan de modem ook reageren met CONNECT, BUSY, NO CARRIER, RING, NO DIALTONE enzovoort.

Veelgebruikte modemopdrachten

Hieronder vindt u een aantal veelgebruikte AT-opdrachten. Met deze voorbeeldopdrachten kunt u de modem makkelijk gebruiken voor het kiezen van en verbinden met een andere modem, het Internet of een bedrijfsnetwerk. Tenzij specifiek anders vermeld, moeten alle voorbeeldopdrachten worden voorafgegaan door de letters AT (allebei hoofdletters of allebei kleine letters). Opdrachten worden uitgevoerd als u aan het eind van de opdrachtregel op Enter drukt.

Onderbreken

+++ Onderbreken. Met deze opdracht wordt de werkingsmodus van de modem van on line modus naar opdrachtmodus overgeschakeld.

Als OK wordt weergegeven nadat u vanuit uw communicatieprogramma +++ hebt ingevoerd, geeft dit aan dat de modus nu in de opdrachtmodus werkt en dat AT-opdrachten geaccepteerd zullen worden. De opdracht +++ hoeft niet te worden voorafgegaan door AT en hoeft niet te worden afgesloten met Enter.

Kiezen

De opdracht die ervoor zorgt dat de modem een nummer kiest is de AT-opdracht ATDn. De n staat in dit geval voor een reeks tekens waarvan de lengte alleen door de capaciteit van de opdrachtbuffer van de modem wordt beperkt. De opdrachtbuffer kan een maximum van 255 tekens in de kiesreeks aan.

De handshake

Wanneer u een kiesopdracht invoert en de modem met succes het draaggolfsignaal van de externe modem detecteert, wordt geprobeerd over een gemeenschappelijke gegevensoverdrachtsnelheid en andere transmissieparameters te onderhandelen. Dit gebeurd op basis van de instellingen die eerder voor zowel de zendende als de ontvangende modem zijn opgegeven. Deze onderhandeling, die meestal vergezeld gaat van een karakteristieke reeks kras- en fluittonen uit de modemspeaker, wordt handshaking genoemd, letterlijk "elkaar de hand reiken".

Kiesopties

Voor de opdracht Kiezen bestaat een verscheidenheid aan opties, die ook wel de kiesopties worden genoemd. Deze opties bestaan uit specifieke letters en symbolen en kunnen in elke gewenste combinatie onmiddellijk na de opdracht Kiezen worden getypt. Met deze kiesopties kunt u bepalen hoe een nummer wordt gekozen.

Met de opdracht ATD P 9 W T 1 213 555 3456 geeft u de modem bijvoorbeeld de instructie:

De telefoonlijn te activeren ("de hoorn van de haak te nemen") en de kiestoon te detecteren

Pulskiezen te gebruiken om een 9 te kiezen.

Te Wachten op een tweede kiestoon

Toonkiezen te gebruiken om 12135553456 te kiezen en te wachten op het detecteren van de draaggolf.

De P, W en T zijn kiesopties. U vindt een volledige lijst hiervan bij de AT-opdrachten onder de letter "D."

Een andere vaak gebruikte kiesoptie is de komma. Door een komma (,) in de opdrachtregel op te nemen, zorgt u ervoor dat de modem een korte pauze inlast voordat deze het volgende teken of symbool in de regel verwerkt.

De opdracht ATD 9, P 555-3333 kan bijvoorbeeld worden gebruikt om met tonen een 9 te kiezen om via een bedrijfscentrale een buitenlijn te krijgen, kort te pauzeren om de externe kiestoon te krijgen en vervolgens met pulskiezen 555-3333 te bellen.

Met de opdracht ATDL wordt het laatst gekozen nummer opnieuw gekozen.

Herhalen

A/ Herhalen. Voor deze opdracht is het voorvoegsel /AT niet nodig. De opdracht wordt uitgevoerd zodra de "/" is getypt. De toets Enter is niet nodig. A/ zorgt ervoor dat de modem de opdrachtregel die momenteel in de opdrachtbuffer aanwezig is, opnieuw wordt uitgevoerd. Dit is meestal de laatst ingevoerde opdrachtregel. Dit is nuttig voor het opnieuw kiezen van telefoonnummers waarvoor eerder een resultaatcode BUSY is teruggestuurd.

Als u bijvoorbeeld de opdracht ATD 9, P 1-804-555-3333 hebt ingevoerd, en de modem daarop heeft gereageerd door BUSY weer te geven op uw monitor, hoeft u de opdrachtreeks niet opnieuw te typen om het nummer opnieuw te kiezen. Als u gewoon /A typt, verwerkt de modem de volledige opdrachtregel opnieuw.

Ophangen

ATH Ophangen. Met deze opdracht geeft u de modem de instructie "de hoorn op de haak te leggen", ofwel op te hangen. Als u ATH typt, wordt de modem opgehangen en wordt de telefoonverbinding verbroken.

Help

AT$ Help. Met deze opdracht geeft u een uit meerdere vensters bestaand overzicht weer van alle modemopdrachten.


Terug naar inhoudsopgave